De tuin werd in 1844 geopend na een schenking door Friedrich Wilhelm IV en
was daarmee de eerste tuin in Duitsland.
Na de deling van Berlijn werden er twee tuinen ontwikkelt.
De Zoologische garten in West-Berlin en
de Tiergarten in Oost-Berlin, Friedrichsfelde, welke in 1955 werd ontwikkelt.
Na de val van de muur zijn beide tuinen samengevoegd, heeft er een sanering van het dierenbestand plaatsgevonden en vindt er momenteel een ingrijpende revovatie plaats.
In Berlijn is ALLES groots, en ondanks het feit dat het midden in de stad ligt WIJDS.
De tuin is zo’n 35 ha groot met een dierenbestand van 14000 dieren in 1440 soorten.
Een tuin die men nauwelijks op een dag kan zien.
Werkelijk imposant is het Nijlpaardenhuis, waarin achter glas een ware kudde nijlpaarden kan worden bezichtigd.
Het roofdierenhuis valt wat tegen. Men heeft een terras voor de enige Corbet-tijger buiten Indochina.
Onder het roofdierenhuis heeft men een nachtdierenhuis gebouwd, met o.a. het Vingerdier.
Een ander roofdier wat hier te zien is, is het Javaanse luipaard.
M.i. is dit vreemd aangezien op Java geen tijgers of panters meer voorkomen.
Zou dit een Javaans luipaard zijn, dan zou dit wel eens het LAATSTE exemplaar kunnen zijn.
Het apenhuis is groot, veel , maar de dieren zijn matig behuisd.
Uiteraard zien we overal op de wanden publikaties over Bokito, die hier vandaan komt.